|
In
september 1999 bestaat de Ganshorense jeugdhuiswerking dertig
jaar en bereikt daarmee de status van, zeg maar, oudere jongere.
Een terugblik op een woelige, maar boeiende geschiedenis waarin
achtereenvolgens De Rivieren, Neutraal en Tongeluk de hoofdrol
spelen, samen met een heleboel enthousiaste jongeren, die in
dit artikel onmogelijk allemaal bij naam kunnen worden genoemd.
Ganshorense
jeugd
krijgt bouwdoos cadeau
Precies
dertig jaar geleden, in januari 1969, verscheen in Samen te
Ganshoren heuglijk nieuws: de toenmalige minister van Nederlandse
Cultuur, Frans Van Mechelen, trok een speciale subsidie uit
van zes miljoen frank voor de bouw van drie Vlaamse jeugdclubs
in de hoofdstad. De Nederlandstalige jeugd van Sint-Pieters-Woluwe,
Etterbeek en Ganshoren werd een volledig ingericht gebouw
beloofd als thuisbasis voor hun jeugdclubwerking. Onmiddellijk
werden er plannen gemaakt. De gemeente Ganshoren besliste
een terrein van elf aren ter beschikking te stellen in het
Albertpark aan de Mathieu de Jonghelaan, dat voor dertig jaar
in erfpacht werd gegeven aan de staat en aan de kersverse
vzw. 'Jeugdclubs De Rivieren', die het beheer van het jeugdhuis
op zich zou nemen - en waarbij onze huidige eerste minister,
Jean-Luc Dehaene, op de ene of andere manier was betrokken
als stichtend lid. De overheid stelde de vzw voor de keuze:
ofwel werd het jeugdhuis volledig door een firma opgetrokken,
ofwel stonden de jongeren zelf in voor de bouw. Indien ze
voor het laatste kozen, kregen ze enkele extra vergaderlokalen
in ruil. Aangezien de prefabconstructie zo was opgevat dat
de elementen gemakkelijk konden worden gemonteerd door ongeschoolde
en onervaren werkkrachten, was de keuze vlug gemaakt. Er werden
vrijwilligersploegen samengesteld en er werd een beroep gedaan
op enkele volwassen specialisten, die bij het werk zouden
helpen. Een architect, Jef Stillekens, zou op de werf een
oogje in het zeil houden. De fundamenten werden gegoten en
de jongeren gingen aan de slag in de paasvakantie, eind maart
1969.
De club
stond zelf in voor de planning van activiteiten, voor het
onderhoud van het gebouw en voor de werkingskosten. Van de
minister kregen de jongeren wel de belofte dat, als ze tegen
1971 bewijzen konden voorleggen dat er in hun jeugdclub daadwerkelijk
werd gewerkt, ze konden rekenen op subsidies voor de werkingskosten
en een tegemoetkoming in de loonkosten van de verantwoordelijke.
Maar intussen moesten ze zichzelf zien te bedruipen. In het
maartnummer van Samen te Ganshoren in 1969 werd dan ook een
oproep gedaan voor geldelijke steun Daarnaast gaf het schepencollege
de toestemming een tombola te organiseren ten voordele van
de jeugd van Ganshoren, zowel Vlamingen als Franstaligen.
De opbrengst werd tussen beide groepen verdeeld in verhouding
tot het aantal verkochte loten.
Om te weten te komen hoe de Ganshorense jongeren hun jeugdhuis
wilden zien functioneren, werd een uitgebreide steekproef
gedaan. Het resultaat vormde een prima basis voor de planning
van activiteiten: er werden o.m. swingende dansavonden, gezellige
namiddagen en een kleinkunstavonden gepland, stuk voor stuk
zeer succesvolle activiteiten. Zo werd jeugdclub De Rivieren
geboren, letterlijk gebouwd door en voor jongeren. Het gloednieuwe
jeugdhuis werd door minister Van Mechelen ingehuldigd op 13
september 1969. Na enkele weken was het ledenbestand al uitgebreid
tot een driehonderdtal jongeren.
Nu het startschot was gegeven, werd er lustig op los geprogrammeerd.
Er stond een heel dynamische ploeg aan het roer van De Rivieren.
In 1970 organiseerde het jeugdhuis o.m. een kunstkaffee, film,
een spaghetti-avond, een kin-dernamiddag, een bezoek aan de
opera, een wandeltocht, dansavonden en een groots opgevatte
sportbiënnale met een kindercross, een hindernissenloop,
voetbal en een volley- en basketbaltornooi. En dan noemen
we nog maar een handvol activiteiten.
DANNY
CORTIER was de allereerste permanent verantwoordelijke van
jeugdhuis De Rivieren. Hij werkte er van bij de oprichting
tot november 1970. (En het bloed kruipt waar het niet gaan
kan: zijn zoon is ondervoorzitter van het huidige jeugdhuis,
Tongeluk.)
'Ik zat al in de Ganshorense jeugdraad toen werd beslist dat
er in Ganshoren een jeugdhuis zou komen. Ze hadden een PV
nodig en ik zag zo'n job wel zitten. Zo ben ik in De Rivieren
terechtgekomen. Het jeugdhuis kwam snel van de grond. We hadden
een heel gemotiveerde ploeg en een goede programmatie. Jari
Demeulemeester was er toen bij, en Pol Beghin, Jan Beghin
en Lou Boisschot en nog zovele anderen... Binnen de kortste
keren hadden we 300 leden. Dat is een astronomisch aantal
voor hedendaagse jeugdhuizen, maar wij hadden het toen iets
gemakkelijker: we zijn gestart in een periode dat de jeugdhuizen
in volle opkomst waren. De jeugdbewegingen maakten een moeilijke
periode door, hun succes kalfde wat af, vooral bij de leeftijdscategorie
tussen 14 en 18 jaar. Daardoor ontstond een soort vacuüm,
dat door de jeugdhuizen kon worden ingevuld. Bovendien was
er toen nog niet zoveel concurrentie op de 'vrijetijdsmarkt'.
Tegenwoordig kunnen jongeren kiezen tussen honderd-en-een
mogelijkheden om hun vrije tijd in te vullen: televisie, allerlei
sportclubs, computers, noem maar op. Toen lag dat natuurlijk
heel anders. Ook de ouders stonden trouwens achter het jeugdhuis.
En wij waren supergemotiveerd omdat het ook echt iets van
ons was: we hadden het immers zelf gebouwd. Daarom waren we
ook zo opstandig toen de gemeente stokken in de wielen probeerde
te steken: toen het gebouw klaar was, hebben we nog drie maanden
moeten wachten voor we het mochten inhuldigen. De gemeente
wilde dat we wachtten tot de Franstalige jeugd van Ganshoren
ook een jeugdhuis had, maar die werking moest nog volledig
worden opgestart. Achteraf verliep de samenwerking met het
Franstalige jeugdhuis wel vlot. We kregen trouwens zelf ook
heel wat Franstalige jongeren over de vloer, omdat ons activiteitenaanbod
heel aantrekkelijk was. Zo hadden we bijvoorbeeld vaak kleinkunstoptredens.
Mensen als Johan Verminnen en Raymond van het Groenewoud,
die zelf in Brussel woonden, liepen wel eens langs in het
jeugdhuis en traden er ook op.
Ik herinner me nog dat we eens een optreden van Raymond hadden
georganiseerd, maar hij kwam die bewuste avond maar niet opdagen.
Toen we al een hele tijd met onze handen in het haar op hem
zaten te wachten, kwam er iemand binnen in het jeugdhuis die
zei dat hij Raymond in 'Den Hemel' had gezien. Dat was - en
is - een café hier in Ganshoren. Ik ben toen in mijn
'Diane' gesprongen en ben hem daar van de toog gaan plukken.
Hij was niet meer helemaal nuchter, toen.
Wij waren ook de eerste generatie jongeren die wat mondiger
was. De wind van mei '68 was in Ganshoren misschien maar een
briesje, maar het drong toch door. Zo is er in Het Laatste
Nieuws ooit een paginagroot interview verschenen met jongeren
uit het jeugdhuis. Dat ging toen over hoe de jongeren hun
vakantie wilden doorbrengen. Het interview werd afgenomen
door Jari Demeulemeester, die voor Het Laatste Nieuws werkte.
Doordat hij een van hen was, kenden de geïnterviewde
jongeren hem dus heel goed, en daardoor zegden ze nogal vrijmoedig
hun mening. Dat artikel heeft nogal wat stof doen opwaaien
in Ganshoren, toen.
Toch liep
niet alles van een leien dakje. Er stonden het jeugdhuis moeilijke
dagen te wachten: op 7 november 1970 werd het gebouw nagenoeg
volledig verwoest door een brand. Ook heel wat infrastructuur
ging in de vlammen op: zo werd De Rivieren door de brand zowat
1.000 fonoplaten armer. Maar de jeugdhuisploeg bleef niet
bij de pakken zitten. Met man en macht gingen ze aan het werk:
onder meer met de steun van de overheid slaagde men erin de
jeugdhuiswerking na amper twee maanden weer op te starten.
En dat gebeurde duidelijk niet zonder succes.
Iedereen
kent
JARI DEMEULEMEESTER
als directeur van de AB. Ook hij was bij het jeugdhuis betrokken
vanaf het eerste uur. Van 1969 tot 1975 was hij een zeer actief
bestuurslid. Hij was o.m. de motor achter de zeer succesvolle
filmclub van De Rivieren, die bekendheid verwierf tot ver
buiten de grenzen van Ganshoren. Daarnaast programmeerde hij
heel wat Vlaamse kleinkunst- en Engelse folkoptredens en zorgde
hij elke 14 dagen voor de nodige ambiance als DJ.
'Het jeugdhuis bouwde een stevige reputatie op. Het was een
soort cultureel centrum avant là lettre voor jongeren.
We waren niet zozeer bezig met een klassieke werking, we waren
een beetje een vreemde eend in de bijt van de jeugdhuizen.
Zo kregen we eens een slechte quotering van een inspecteur
van jeugdvorming, onze werking klopte namelijk niet met de
traditionele visie die men toen had op wat een jeugdhuis moest
zijn
Een deel van ons succes was ook te danken aan het feit dat
in Jette de scouts werden opgeheven. Die ex-scouts gingen
op zoek naar een andere vorm van ontspanning en vonden algauw
de weg naar De Rivieren. Ons Ganshorens publiek bestond voor
een behoorlijk deel uit Ganshorense chiromensen. Die mix van
Jetse scouts en Ganshorense chiro zorgde af en toe wel voor
vuurwerk. Door onze samenwerking met Tram 81 en De Schakel
in Woluwe bereikten we ook heel wat jeugd uit Grimbergen,
Jette en Wemmel. Na verloop van tijd bestond ons publiek voor
een groot deel uit niet-Ganshorenaars. Onze vaste kern jeugdhuisbezoekers
bestond uit zo'n 200 man. Toen we het jeugdhuis heropstartten
na de brand, hebben we dat aangekondigd als 'de vuurvogel
die uit zijn as verrees'. Dat beeld sloeg wel in.
Toen ik later programmator ben geworden bij de Beursschouwburg,
was dat voor mij eigenlijk een uitvergroting van de programmatie
bij De Rivieren. Het eerste grote publiek van de Beursschouwburg
in de periode 1972-1974 bestond eigenlijk goeddeels uit het
publiek van het jeugdhuis.
Ja, het jeugdhuis, dat was veel bier, veel plezier en veel
meisjes van 14 die we langs de achterdeur binnensmokkelden.
Die mochten er immers langs de voordeur niet in, ze waren
nog te jong
Het was alleszins een mooie tijd.
In 1974-1975
werd het vijfjarig bestaan van het jeugdhuis feestelijk gevierd
met een extra rijkgevulde programmatie: sportactiviteiten,
dansavonden, een maskotte-inhuldiging, film, kleinkunst, een
eet- en sfeeravond, een weekend, een pannekoekenavond, een
nachttocht, improvisatietheater
Er kwam ook een nieuwe
PV: Koen Geers.
Twee VZW's voor één jeugdhuis
In de
loop van de jaren '70 groeit de vraag bij de jongeren naar
een betere vertegenwoordiging en meer inspraak in de raad
van beheer, die al sinds de oprichting in 1969 uitsluitend
uit volwassenen bestaat. In de periode 1978-1979 groeien de
spanningen tussen de jongeren die het jeugdhuis bevolken en
deze raad van beheer. Er komt een compromis uit de bus: in
1979 wordt een nieuwe vzw opgericht, de vzw Nederlandstalig
Jeugdhuis Ganshoren, die instaat voor het eigenlijke beheer
van het jeughuis. De oorspronkelijke vzw Jeugdclubs De Rivieren
blijft eveneens bestaan, en treedt op als beheerder van het
gebouw. De infrastructuur wordt voor een symbolische frank
verhuurd aan de nieuwe vzw, die moet beantwoorden aan de volgende
vereisten: het jeugdhuis moet ter beschikking worden gesteld
van de jeugd, en het Nederlandstalige karakter ervan dient
te worden gewaarborgd. De nieuwe vzw beschikt over de subsidies
van de overheid, de bar- en andere inkomsten. De subsidie
van de gemeentelijke overheid wordt voorbehouden aan de oorspronkelijke
vzw. Deze dubbele structuur blijft jaren bestaan en zorgt
in de loop der jaren voor de nodige verwarring en problemen.
Kraakmijnheren en omeletten
Onder
impuls van permanent verantwoordelijke Markito slaat het jeugdhuis
in 1978 een nieuwe weg in: men kiest resoluut voor 'vrijblijvendheid
en ontmoeting'. Het wordt een ambitieus opzet: om deze doelstelling
te realiseren wordt het interieur van het jeugdhuis wat aantrekkelijker
gemaakt en wordt de barservice uitgebreid: de drankenlijst
wordt uitgebreid en er worden allerlei snacks aangeboden:
spaghetti, 'kraakmijnheren', uitsmijters, omeletten, spek
met eieren
een hele opgave voor de barploeg. Bovendien
wordt beslist tot een dagelijkse instuifwerking vanaf oktober
1978. Na verloop van enkele maanden blijkt het toch niet zo
eenvoudig een jeugdhuis dagelijks open te houden van 16 tot
23 uur louter op basis van vrijwilligerswerk. De openingsuren
worden dan ook enigszins teruggeschroefd. In 1978 organiseert
De Rivieren o.m. een groots opgezette vierdaagse, met een
openlucht-dans- en rockfuif, optredens van folkgroepen, een
kroegenavond en een rockoptreden.
Achteraan in het jeugdhuis wordt een moto-atelier ingericht,
dat meteen een groot succes blijkt. Enkele technisch goed
onderlegde jongeren timmeren een werkbank in elkaar en er
wordt materiaal aangekocht. Aan de ingangsdeur wordt een oprit
gemetseld, zodat de brommers gemakkelijker binnen kunnen worden
gereden. Deze hobbyclub krijgt in 1980 het gezelschap van
een zeefdrukatelier, dat ook door andere Ganshorense verenigingen
mag worden gebruikt.
In de Bres
voor groene speelruimten
In 1980
werkt het jeugdhuis mee aan de de projectgroep 'Ravotdagen'.
Aansluitend bij het Project Kritische Wandeling, waarin onder
andere geijverd wordt voor het behoud van een aantal groene
stroken in Ganshoren en voor een aangepaste inrichting ervan,
organiseren de Gans-horense jeugdverenigingen Chiro El-ckerlyc,
jeugdatelier De Plekpot, KSA, de leerlingenraad van het St.-Lutgardisinsti-tuut,
Chiro Spirit, Scouts St.-Martinus èn jeugdhuis De Rivieren
acht ravotdagen in de paasvakantie van 1980. Deze ravotdagen
hebben een dubbel doel: enerzijds willen de jeugdverenigingen
de Gans-horense kinderen van een avontuurlijke en speelse
paasvakantie laten genieten. Anderzijds willen ze de aandacht
van de gemeente vestigen op het belang van aangepaste speelruimten
voor kinderen in een omgeving die de jongste vijftien jaar
steeds verregaander werd verstedelijkt. Daarnaast leggen de
ravotdagen de nadruk op de noodzaak van het behoud en de herwaardering
van nog bestaande groene ruimten. De ravotdagen worden afgesloten
met een receptie waarop ouders en beleidsmakers worden uitgenodigd.
Bij die gelegenheid overhandigen de kinderen de gemeentemandatarissen
een door henzelf samengesteld dossier. Hiermee wordt een impuls
gegeven aan het Ganshorense speelterreinenbeleid.
Een hoogtepunt in de programmatie van 1981 is het weekend
met het intussen legendarische Circus Radeis en De Snaar.
PAT VAN
HEMELRIJCK is een bekende figuur in de theaterwereld. Hij
was ooit lid van de legendarische theatergroep Radeis en richtte
in 1991 zijn eigen Alibi Collectief op. De combinatie van
zijn voorliefde voor gevonden, gebruikte voorwerpen, kitscherige
prullaria en verouderde mechaniekjes, video- en andere beelden
en een levendige verbeelding zorgt voor inventief theater
waarmee hij al meer dan eens in de prijzen is gevallen. Ook
hij was vanaf het begin bij het jeugdhuis betrokken.
'Voor er een jeugdhuis was, kwam de jeugd van Ganshoren samen
op 'De Wip', dat was een klein parkje met een basketbalterrein,
waar ook een staande wip stond. Nu staat daar het zwembad
van Ganshoren. Daaruit groeide het idee om een echt jeugdhuis
te bouwen. Ook Rik Demesmaecker, die toen schepen van jeugd
en sport was, bleek daarvoor te vinden. Zo is het jeugdhuis
eigenlijk gegroeid. Het werd geleverd als een 'reuze-bouwdoos'
die we zelf in elkaar zetten. Na de brand heeft diezelfde
ploeg dat gewoon nog eens dunnetjes overgedaan .
Eigenlijk is het ontstaan van Radeis nauw verbonden met het
jeugdhuis. Jari organiseerde concertjes van allerlei groepen
en hij werkte daarvoor soms samen met Lieven Van Den Broeck,
die programmator was in het jeugdhuis van Opwijk, de Nijdrop.
Zo kwam ik opnieuw in contact met Josse De Pauw. Ik kende
hem al langer, maar via het jeugdhuis werd het contact vernieuwd.
Hij zat toen op het conservatorium in Brussel en hij zag niet
meteen een carrière zitten in de bestaande theatergezelschappen.
Ik zat op dat moment nog op Sint-Lucas en voelde er al evenmin
veel voor om decors te gaan bouwen voor diezelfde gezelschappen.
En zo zijn we met Radeis begonnen, een beetje uit frustratie,
eigenlijk. In de beginjaren van Radeis hadden we bovendien
grotere plannen dan alleen maar theater maken: we wilden ook
kortfilmpjes maken en zo. De mensen van het jeugdhuis werkten
daar ook aan mee. We organiseerden dan fuiven in het jeugdhuis
om onze projecten te bekostigen. Zo hadden we eens het plan
opgevat om een western te draaien in Brussel. Die is er wel
nooit gekomen, Jacques Brel is later met ons idee gaan lopen.
Of was het omgekeerd? Om die film te financieren hadden we
een country- en westernfuif georganiseerd in De Rivieren,
samen met Zjef Van Uytsel. Dat was trouwens een graag geziene
gast in het jeugdhuis. Hij trad er op, maar hing er ook vaak
aan de toog.
We hadden ook een hobbyclub: we probeerden zeilboten te maken
in polyester. We gingen daarvoor te rade bij Walter Bracke.
Dat was een man die afkomstig was van de kust, maar die in
Ganshoren woonde. Zijn kinderen kwamen ook naar het jeugdhuis.
Hij leerde ons polyester gieten. We hebben zo'n zeilboot gemaakt
waar vier man in kon, maar of hij ook echt zeewaardig was,
weet ik niet. Ze hebben hem alleszins niet getest toen ik
er nog was.
En dan was er de voetbalploeg van het jeugdhuis. Om daarin
mee te spelen, moest je aan één voorwaarde voldoen:
je mocht niet in een echte ploeg spelen. Voor het overige
was alles toegelaten. Later is daar de voetbalploeg van café
Den Hemel uit gegroeid. Ik geloof zelfs dat ook de volleybalploeg,
GAVO, uit het jeugdhuis is ontstaan.
Er bestonden toen hevige vriendschappen en vijandschappen
met de andere jeugdhuizen in de omgeving: met het jeugdhuis
van Berchem hadden we een hele goede relatie, maar met De
Finkel hadden we een soort haat-liefdeverhou-ding. We gingen
dan naar elkaars fuiven om plezier te maken, of om keet te
schoppen.
Later zijn we met Radeis nog teruggekeerd naar het jeugdhuis.
In 1981 hebben we er een grote circustent neergezet en dan
waren er drie dagen lang optredens van onszelf, van De Snaar
en van mensen van het jeugdhuis zelf: het was een heel plezant
festival rond theater en muziek, dat nogal wat succes had,
toen.
Datzelfde jaar hebben we er nog twee voorstellingen gespeeld
met het animatie-weekend 'Carte Blanche'.
Al bij al heb ik heel mooie herinneringen aan het jeugdhuis.
Heel wat mensen die er actief waren, zijn achteraf doorgegroeid
in de culturele wereld in Brussel. En ook al zijn we nu allemaal
verspreid over heel Brussel en de Brusselse rand, toch voel
je dat de hele ploeg van toen nog aan elkaar hangt. Er zijn
vriendschappen voor het leven uit gegroeid.
Een primeur in Brussel:
de strip-o-theek
1982 wordt
een overgangsjaar. Pol Dobbelaere neemt als nieuwe PV de fakkel
over van Markito en ook bij de raad van beheer van vzw Nederlandstalig
Jeugdhuis Ganshoren is er een aflossing van de wacht: een
jonge raad van beheer neemt het roer over. Dat gebeurt niet
zon-der moeilijkheden omdat de bestuursleden er nog wat groentjes
bij lopen en wat ervaring ontberen. In het Samen te Ganshoren-nummer
van november wordt dan ook een oproep gedaan naar nieuwe vrijwilligers.
Maar dat wil niet zeggen dat men intussen stilzit. In 1982-1983
worden naast de gebruikelijke fuiven, filmvoorstellingen en
sportactiviteiten ook op-tredens georganiseerd, gaat men bij
de BRT een kijkje achter de schermen nemen, brengt men een
bezoek aan brouwerij Artois, wordt er een oud-ledendag georganiseerd
in de AB te Brussel, komt er een fietsrally, een info-avond
voor schoolverlaters, een stripbeurs
Nog in 1983 lanceert
De Rivieren twee nieuwe hobbyclubs, die zich respectievelijk
gaan bezighouden met zelfverdedigingssport en modelbouw. Het
interieur wordt nogmaals in een nieuw kleedje gestoken. Daarenboven
zorgt De Rivieren voor een regelrechte primeur door een heuse
strip-o-theek te openen, die al meteen een ruim publiek aanspreekt
en die tot een stuk in de jaren '80 een ruime uitstraling
geniet. In 1985 is de collectie meer dan duizend stuks rijk:
van Suske en Wiske tot Asterix, Guust Flater, Comanche, Bilal,
Gotlieb en Tardi. 'Voor de Brusselse agglomeratie was dit
initiatief een stuurproject dat vandaag zelfs in enkele openbare
bibliotheken is opgevolgd,' schrijft Het Nieuwsblad op 2 maart
1985.
GEERT VERBURGT is de huidige cafébaas van het legendarische
café 'In den Hemel' in Ganshoren, een plek die nauw
verbonden is met de geschiedenis van het jeugdhuis. Er was
immers een traditie gegroeid: jeugdhuismedewerkers die een
'dagje ouder' werden, dat wil zeggen: als ze 23-24 werden,
en ze zich stilaan te oud voelden om in het jeugdhuis rond
te hangen, dan verschoven ze hun activiteiten naar 'Den Hemel'.
De clandizie van het café bestond dus voor een groot
deel uit jeugdhuismedewerkers en ex-jeugdhuismedewerkers.
Ambiance verzekerd, dus.
De baas van 'Den Hemel' zag zijn naam liever niet vetjes en
in kapitalen in dit boekje staan, maar daar heeft de redactie
niet naar geluisterd, want ook hij heeft heel wat met het
jeugdhuis te maken gehad. Hij kwam in de raad van beheer van
het jeugdhuis terecht in 1979-1980. Hij maakte de PV-wissel
mee van Markito naar Pol Dobbelaere, met wie hij een jaar
of vijf in het jeugdhuis heeft samengewerkt. Samen met met
Johan De Witte richtte hij de fameuze strip-o-theek op.
'We hadden twee videospelletjes in het jeugdhuis, en we hadden
ook eens rondgevraagd of er mensen waren die oude strips konden
missen. Zo kwamen we op het idee om met de opbrengst van de
videospelletjes strips aan te kopen. En aangezien die spelletjes
veel opbrachten - zowat 6.000 à 7.000 frank per maand
- ging dat snel vooruit. Na een tijdje hadden we ongeveer
1.300 strips in huis, waarvan we er zeker 800 zelf hadden
aangekocht. We hadden ook veel strips die mooi gekartoneerd
waren uitgegeven, en die kostten algauw 300 fr. per stuk.
We hadden ons vast aankoopadres: Gobelijn in Leuven. Dat was
een heel goede stripwinkel, en we kregen daar ook een percentje
op onze aankopen.
Er kroop veel werk in, hoor, in de stripotheek. Elk nieuw
album werd door ons zorgvuldig geplastifieerd en van een ruglabel
voorzien met nummer en zo. Het bracht ook een hele administratie
met zich mee.
De hele winkel was zowat 150.000 fr. waard. Ik zou wel eens
willen weten waar al die strips naartoe zijn gegaan. Waarschijnlijk
zijn ze via het ministerie in de een of andere openbare bibliotheek
terechtgekomen.
Ook de voetbalploeg van 'Den Hemel' is uit het jeugdhuis gegroeid.
Mich Verbelen speelde daarbij, en Raymond, en Jari
Maar
toen werd het café overgenomen, zowat vijftien-twintig
jaar geleden, en het werd verfranst. Daarom besloot de voetbalploeg
uit te wijken naar een café wat verder naar beneden
in de straat, 'Saint-Martain'. Toen ik 'Den Hemel' overnam,
zijn ze teruggekomen. Maar intussen brachten ze ook hun vrouwen
en kinderen mee, het café zat altijd stampvol, en die
vrouwen zaten liever in malse fauteuils dan op een harde stoel,
dus zijn ze nu weer van café verhuisd.
Vallen en opstaan
Vanaf
1984 breken er harde tijden aan. In de tweede helft van de
jaren '80 ondervinden de jeugdhuizen steeds meer concurrentie
van de discotheken. Daarenboven krijgt De Rivieren in toenemende
mate te kampen met vandalisme, inbraak, diefstal en drugsproblemen.
en haalt het jeugdhuis zich een kwalijke reputatie op de hals.
Toch zijn er nog enthousiaste jongeren te vinden die het jeugdhuis
een nieuwe impuls willen geven. De werking kent in die tweede
helft van de jaren '80 dan ook een aantal steile ups en downs.
In juni 1987 treden twee nieuwe halftime permanent verantwoordelijken
in dienst: Dominique De Taeye en Karine Olislaeghers. 'Zij
erfden een vuil, slecht functionerend pand dat nog maar een
klein publiek trok. De strip-o-theek, het project dat enkele
jaren geleden nog succesvol was, bleek uitgeblust en nieuwe
initiatieven bleken er niet meteen op til te zijn,' schrijft
de Gazet van Antwerpen. De raad van beheer van het jeugdhuis
beslist dan ook om de collectie van de strip-o-theek te verkopen.
Er wordt geprobeerd nieuwe bezoekers aan te trekken door grote
activiteiten te organiseren die sterk worden gepromoot, zoals
bijvoorbeeld het Flokke-Pei Festival. Maar ook dat werpt weinig
vruchten af. In een poging iets te veranderen aan het slechte
imago van het jeugdhuis gaat het pand eind 1987 twee maanden
dicht om renovatiewerken uit te voeren. De nieuwe permanent
verant-woordelijken willen het jeugdhuis een nieuw en duidelijk
profiel geven. Muziek wordt het belangrijkste aanknopingspunt
als middel tot ontspanning en vorming. Zo wordt er een cursus
georganiseerd rond computers en synthesizers, computers en
grafiek, computer-animatiefilm enz. Toch is ook deze reanimatiepoging
tot mislukken gedoemd. Ook na de renovatie heeft het jeugdhuis
te kampen met diefstal en vandalisme. 'We kunnen niets kostbaars
achterlaten in het jeugdhuis, zolang het niet vastgemetseld
zit,' meldt een wat ontmoedigde Karine Olislaeghers in het
jaarverslag van 1988. De financiële situatie ziet er
evenmin rooskleurig uit. Daarnaast drukken de infrastructuurproblemen
op de werking: de verwarming is stuk, op sommige plaatsen
is het dak gewoon verdwenen, er is onvoldoende inbraakbeveiliging
Een en ander brengt met zich mee dat het werkjaar 1988-1989
zonder beroepskrachten wordt ingezet. Daardoor valt de werking
zo goed als stil. Eind 1988 probeert Jeugd en Stad het jeugdhuis
nog maar eens nieuw leven in te blazen. In het voorjaar van
1989 wordt er een stuurgroep opgericht, die bestaat uit Jeugd
en Stad, jeugdhuis De Rivieren en trefcentrum De Zeyp. Deze
stuurgroep beslist in september 1989 het jeugdhuis voorlopig
te sluiten. Die beslissing wordt ingegeven door het feit dat
er bitter weinig respons is op de activiteiten die door het
jeugdhuis worden georganiseerd. De weinig jongeren die het
jeugdhuis frequenteren zijn meestal niet uit Ganshoren afkomstig.
Het gaat bovendien meestal om kansarme jongeren, die met een
boel problemen kampen die een klassiek jeugdhuis niet kan
opvangen, laat staan een jeugdhuis zonder beroepskrachten.
Bovendien vindt men ook steeds meer sporen terug van vandalisme,
diefstal en drugsgebruik.
De werking wordt intussen op een andere manier voortgezet
in De Zeyp. Het gemeenschapscentrum organiseert ook een aantal
op jongeren gerichte activiteiten die door de overheid worden
aanvaard als deel uitmakend van de jeugdhuiswerking. Onder
de vleugels van De Zeyp en Jeugd en Stad groeit een nieuwe
groep actievelingen die de voorbereiding van een heropening
van het jeugdhuis enthousiast ter harte nemen. Op het programma
staan onder meer enkele fuiven, film, allerlei sportactiviteiten,
video-animatie etc. Intussen wordt het jeugdhuis heringericht
en hersteld met de hulp van de De Zeyp, Jeugd en Stad, de
Vlaamse Gemeenschap, de VGC en het gemeentebestuur. Er wordt
ook onderhandeld om een oplossing te vinden voor het probleem
van de twee vzw's.
In januari 1990 verschijnt in Samen te Ganshoren een 'uitnodiging
aan alle jongeren boven de 16 jaar om deel te nemen aan de
nieuwe jeugdhuiswerking van Ganshoren
Wat gebeurd is,
is verleden, wat verleden is, is vergeten': om van zijn slechte
naam af te raken, kiest het jeugdhuis een nieuwe naam. Voortaan
gaat de voormalige De Rivieren door het leven als: jeugdhuis
Neutraal. Na zes maanden sluiting wordt het nieuwe jeugdhuis
op 12 mei 1990 feestelijk boven de doopvont gehouden en verhuist
de werking opnieuw naar het pand in de Mathieu De Jonghelaan.
Aan het roer staan een twintigtal jongeren uit Ganshoren en
Jette, wiens leeftijd schommelt tussen de 16 en de 18 jaar.
Ze worden begeleid door een gewetensbezwaarde van Jeugd en
Stad, die optreedt als 'permanent verantwoordelijke' en die
op zijn beurt wordt ondersteund door de sociaal cultureel
werkster en door de staffunctionaris van De Zeyp. Die begeleiding
door een ouder iemand is noodzakelijk, omdat de nog heel jonge
jeugdhuismedewerkers wat moeilijkheden ondervinden bij de
opvang van jongeren die zich wat 'ordeverstorend' gedragen.
Ze voelen zich soms bedreigd.
Jongeren
maken kunst
Op 1 april 1991 krijgt het jeugdhuis eindelijk opnieuw een
halftijds permanent verantwoordelijke, Pascale Van Lierde.
Onder haar impuls komt het succesvol, groots aangepakt project
'Art-tooien' tot stand: onder leiding van kunstenaar Wilfried
Van Den Broeck, cultuurconsulent bij de Vlaamse Gemeenschapscommissie,
knutselen de jongeren een tentoonstelling bij elkaar die van
29 februari tot 15 maart 1992 te bekijken is in De Zeyp. In
mei neemt Serge Labeeuw de fakkel van haar over als nieuwe
PV. Maar er staan het jeugdhuis opnieuw zware tijden te wachten:
de relatie met de buurtbewoners van de Albertwijk verloopt
immers niet al te best. Er wordt geklaagd over lawaaioverlast
en vandalisme. Dat is weliswaar enigszins een oud zeer, maar
dit keer lijkt het uit de hand te lopen. Er wordt een wijkcomité
opgericht dat ijvert voor de sluiting van het jeugdhuis. Zo
ver komt het gelukkig niet. Wel komt er na overleg met het
gemeentebestuur een verbod om fuiven en concerten te organiseren.
Voor dergelijke activiteiten is het jeugdhuis aangewezen op
De Zeyp. Maar die oplossing is van korte duur, want ook daar
reageren de buurtbewoners tegen de lawaaioverlast. Door de
beperkingen die hen door de maatregelen van het gemeentebestuur
werden opgelegd, loopt het aantal activiteiten van het jeugdhuis
sterk terug, zodat de Vlaamse Gemeenschap in mei 1993 beslist
de erkenning van Neutraal te weige-ren wegens onvoldoende
activiteiten. Dat wil zeggen dat men het opnieuw zonder permanent
verantwoordelijke moet stellen, wat de werking nog moeilijker
maakt. Het wordt de doodsteek voor het eens zo goed draaiende
jeugdhuis. In september 1993 wordt het pand in de Mathieu
de Jonghelaan gesloten wegens bouw-valligheid. Dat gebeurt
op last van Vlaams Minister van Cultuur Hugo Weckx.
Een nieuwe clan
Maar het
lijkt erop dat de vuurvogel nog maar eens uit zijn as zal
herrijzen: in oktober 1996 start een groep jongeren met nieuwe
moed en enthousiasme met jeugdhuis Tongeluk, de opvolger van
De Rivieren en Neutraal. In zijn nog jonge bestaan heeft het
nieuwe jeugdhuis al enkele mooie realizaties op zijn palmares
staan, zoals bijvoorbeeld een kwart-triatlon en een project
met andere Brusselse jeugdhuizen en theatergezelschap DitoDito.
Het pand aan de Mathieu De Jonghelaan wordt definitief verlaten.
Momenteel is men volop aan het werk aan het pand waar jeugdhuis
Tongeluk zijn intrek zal nemen. Als alles goed gaat, wordt
het binnen enkele maanden plechtig geopend. Hopelijk kan de
dertigste verjaardag van het jeugdhuis in september 1999 in
alle luister en in optimale omstandigheden worden gevierd.
FRIED
ROGGEN, permanent verantwoordelijke van Tongeluk over 'zijn'
jeugdhuis:
Jeugdhuis Tongeluk is de erfgenaam van jeugdhuis De Rivieren
en jeugdhuis Neutraal. Sinds het verdwijnen van jeugdhuis
Neutraal in 1993 was Ganshoren een dode plek op het vlak van
jeugdhuiswerking, hoewel de infrastructuur nog bestond en
zelfs werd 'onderhouden'.
Tijdens de zomer van 1996 namen enkele jongeren het initiatief
om terug aan te knopen bij de lange Ganshorense jeugdhuistraditie.
Op 12 oktober 1996 was het zover: jeugdhuis Tongeluk opende
zijn deuren in het recreatiecentrum De Rivieren. Iedere woensdag
en zaterdag van 17 tot 22 uur waren er activiteiten of werd
er café gehouden. Al snel kwam de vrijdagavond erbij.
Omdat het vrijwel onmogelijk was echte jeugdhuisactiviteiten
te organiseren tijdens de bestaande openingsuren, werd in
de lente van 1997 aan de gemeente Ganshoren de toestemming
gevraagd om later te mogen openblijven. Ondanks het protest
in de buurt (een oud zeer blijkbaar) werd hier positief op
gereageerd. Het jeugdhuis bleef sindsdien op vrijdag- en zaterdagavond
open tot 24 u.
In juli 1998 kwam dan de vierde openingsavond erbij. Op zondagavond
werd een 'dagschotel' klaargemaakt en het jeugdhuis werd voor
vele 'oudere' jongeren de laatste halte van het weekend.
Op het vlak van activiteiten was jeugdhuis Tongeluk een jeugdhuis
als alle andere, zij het dat het door het leven moest met
een paar geamputeerde ledematen. Speciale evenementen zoals
de kwarttriatlon van Ganshoren, de Safe-sex-party, The Simpsons
and Friends-dagen, het fantastische selfmade zwembad en gewone
activiteiten zoals film op vrijdag, maandelijks een (stil)
concertje, Mexi-caanse, Franse en bluesavonden, Beach-parties,
('s namiddags wel te verstaan), maar geen fuiven, toch wel
onontbeerlijk voor een jeugdhuiswerking, geen 'norma-le' concerten,
geen avonden om aan de toog door te zakken met tien man (of
vrouw).
Het was dan ook evident dat jeugdhuis Tongeluk op zoek ging
naar een nieuwe locatie. Na een paar tussenstops viel midden
1997 de oplossing uit de lucht. De gemeente was bereid om
de oude hoeve aan het nieuwe kerkhof te renoveren. Beloftes
werden gemaakt om tegen 30 juni 1998 het gebouw klaar te hebben.
Uiteindelijk zouden de werken pas starten op 15 augustus en
is het nieuwe jeugdhuis tot op de dag van vandaag een werf
waar geen einde lijkt aan te komen.
En toch klagen we niet. We hebben immers al een 'nieuw' jeugdhuis.
De twee lokaaltjes die later dienst zullen doen als bureau
en stock werden in oktober door de leden van het jeugdhuis
ingericht als voorlopig jeugdhuis. Op twee weken tijd werden
de muren blootgelegd, een toog gemetst, elektriciteit gelegd,
verlichting en water geïnstalleerd en op 23 oktober ging
het jeugdhuis open met de eerste fuif sinds 25 juni 1997.
Sindsdien draait het jeugdhuis weer op volle toeren en heeft
Ganshoren na bijna zes jaar weer een 'echt' jeugdhuis.
Plannen voor de toekomst? We hopen ergens in 1999 de opening
van het echte nieuwe jeugdhuis te kunnen vieren, begin 1999
opnieuw een beroepskracht te hebben, de enige echte Ganshorense
kwarttriatlon opnieuw te kunnen organiseren, het eerste JongerenInformatie-Punt
van Ganshoren te kunnen opstarten, een fuif- en concertreeks
te beginnen
Fried Roggen
|