In september 1999 bestaat de Ganshorense jeugdhuiswerking dertig jaar en bereikt daarmee de status van, zeg maar, oudere jongere. Een terugblik op een woelige, maar boeiende geschiedenis waarin achtereenvolgens De Rivieren, Neutraal en Tongeluk de hoofdrol spelen, samen met een heleboel enthousiaste jongeren, die in dit artikel onmogelijk allemaal bij naam kunnen worden genoemd.

Ganshorense jeugd
krijgt bouwdoos cadeau

Precies dertig jaar geleden, in januari 1969, verscheen in Samen te Ganshoren heuglijk nieuws: de toenmalige minister van Nederlandse Cultuur, Frans Van Mechelen, trok een speciale subsidie uit van zes miljoen frank voor de bouw van drie Vlaamse jeugdclubs in de hoofdstad. De Nederlandstalige jeugd van Sint-Pieters-Woluwe, Etterbeek en Ganshoren werd een volledig ingericht gebouw beloofd als thuisbasis voor hun jeugdclubwerking. Onmiddellijk werden er plannen gemaakt. De gemeente Ganshoren besliste een terrein van elf aren ter beschikking te stellen in het Albertpark aan de Mathieu de Jonghelaan, dat voor dertig jaar in erfpacht werd gegeven aan de staat en aan de kersverse vzw. 'Jeugdclubs De Rivieren', die het beheer van het jeugdhuis op zich zou nemen - en waarbij onze huidige eerste minister, Jean-Luc Dehaene, op de ene of andere manier was betrokken als stichtend lid. De overheid stelde de vzw voor de keuze: ofwel werd het jeugdhuis volledig door een firma opgetrokken, ofwel stonden de jongeren zelf in voor de bouw. Indien ze voor het laatste kozen, kregen ze enkele extra vergaderlokalen in ruil. Aangezien de prefabconstructie zo was opgevat dat de elementen gemakkelijk konden worden gemonteerd door ongeschoolde en onervaren werkkrachten, was de keuze vlug gemaakt. Er werden vrijwilligersploegen samengesteld en er werd een beroep gedaan op enkele volwassen specialisten, die bij het werk zouden helpen. Een architect, Jef Stillekens, zou op de werf een oogje in het zeil houden. De fundamenten werden gegoten en de jongeren gingen aan de slag in de paasvakantie, eind maart 1969.

De club stond zelf in voor de planning van activiteiten, voor het onderhoud van het gebouw en voor de werkingskosten. Van de minister kregen de jongeren wel de belofte dat, als ze tegen 1971 bewijzen konden voorleggen dat er in hun jeugdclub daadwerkelijk werd gewerkt, ze konden rekenen op subsidies voor de werkingskosten en een tegemoetkoming in de loonkosten van de verantwoordelijke. Maar intussen moesten ze zichzelf zien te bedruipen. In het maartnummer van Samen te Ganshoren in 1969 werd dan ook een oproep gedaan voor geldelijke steun Daarnaast gaf het schepencollege de toestemming een tombola te organiseren ten voordele van de jeugd van Ganshoren, zowel Vlamingen als Franstaligen. De opbrengst werd tussen beide groepen verdeeld in verhouding tot het aantal verkochte loten.
Om te weten te komen hoe de Ganshorense jongeren hun jeugdhuis wilden zien functioneren, werd een uitgebreide steekproef gedaan. Het resultaat vormde een prima basis voor de planning van activiteiten: er werden o.m. swingende dansavonden, gezellige namiddagen en een kleinkunstavonden gepland, stuk voor stuk zeer succesvolle activiteiten. Zo werd jeugdclub De Rivieren geboren, letterlijk gebouwd door en voor jongeren. Het gloednieuwe jeugdhuis werd door minister Van Mechelen ingehuldigd op 13 september 1969. Na enkele weken was het ledenbestand al uitgebreid tot een driehonderdtal jongeren.
Nu het startschot was gegeven, werd er lustig op los geprogrammeerd. Er stond een heel dynamische ploeg aan het roer van De Rivieren. In 1970 organiseerde het jeugdhuis o.m. een kunstkaffee, film, een spaghetti-avond, een kin-dernamiddag, een bezoek aan de opera, een wandeltocht, dansavonden en een groots opgevatte sportbiënnale met een kindercross, een hindernissenloop, voetbal en een volley- en basketbaltornooi. En dan noemen we nog maar een handvol activiteiten.

DANNY CORTIER was de allereerste permanent verantwoordelijke van jeugdhuis De Rivieren. Hij werkte er van bij de oprichting tot november 1970. (En het bloed kruipt waar het niet gaan kan: zijn zoon is ondervoorzitter van het huidige jeugdhuis, Tongeluk.)
'Ik zat al in de Ganshorense jeugdraad toen werd beslist dat er in Ganshoren een jeugdhuis zou komen. Ze hadden een PV nodig en ik zag zo'n job wel zitten. Zo ben ik in De Rivieren terechtgekomen. Het jeugdhuis kwam snel van de grond. We hadden een heel gemotiveerde ploeg en een goede programmatie. Jari Demeulemeester was er toen bij, en Pol Beghin, Jan Beghin en Lou Boisschot en nog zovele anderen... Binnen de kortste keren hadden we 300 leden. Dat is een astronomisch aantal voor hedendaagse jeugdhuizen, maar wij hadden het toen iets gemakkelijker: we zijn gestart in een periode dat de jeugdhuizen in volle opkomst waren. De jeugdbewegingen maakten een moeilijke periode door, hun succes kalfde wat af, vooral bij de leeftijdscategorie tussen 14 en 18 jaar. Daardoor ontstond een soort vacuüm, dat door de jeugdhuizen kon worden ingevuld. Bovendien was er toen nog niet zoveel concurrentie op de 'vrijetijdsmarkt'. Tegenwoordig kunnen jongeren kiezen tussen honderd-en-een mogelijkheden om hun vrije tijd in te vullen: televisie, allerlei sportclubs, computers, noem maar op. Toen lag dat natuurlijk heel anders. Ook de ouders stonden trouwens achter het jeugdhuis. En wij waren supergemotiveerd omdat het ook echt iets van ons was: we hadden het immers zelf gebouwd. Daarom waren we ook zo opstandig toen de gemeente stokken in de wielen probeerde te steken: toen het gebouw klaar was, hebben we nog drie maanden moeten wachten voor we het mochten inhuldigen. De gemeente wilde dat we wachtten tot de Franstalige jeugd van Ganshoren ook een jeugdhuis had, maar die werking moest nog volledig worden opgestart. Achteraf verliep de samenwerking met het Franstalige jeugdhuis wel vlot. We kregen trouwens zelf ook heel wat Franstalige jongeren over de vloer, omdat ons activiteitenaanbod heel aantrekkelijk was. Zo hadden we bijvoorbeeld vaak kleinkunstoptredens. Mensen als Johan Verminnen en Raymond van het Groenewoud, die zelf in Brussel woonden, liepen wel eens langs in het jeugdhuis en traden er ook op.
Ik herinner me nog dat we eens een optreden van Raymond hadden georganiseerd, maar hij kwam die bewuste avond maar niet opdagen. Toen we al een hele tijd met onze handen in het haar op hem zaten te wachten, kwam er iemand binnen in het jeugdhuis die zei dat hij Raymond in 'Den Hemel' had gezien. Dat was - en is - een café hier in Ganshoren. Ik ben toen in mijn 'Diane' gesprongen en ben hem daar van de toog gaan plukken. Hij was niet meer helemaal nuchter, toen.
Wij waren ook de eerste generatie jongeren die wat mondiger was. De wind van mei '68 was in Ganshoren misschien maar een briesje, maar het drong toch door. Zo is er in Het Laatste Nieuws ooit een paginagroot interview verschenen met jongeren uit het jeugdhuis. Dat ging toen over hoe de jongeren hun vakantie wilden doorbrengen. Het interview werd afgenomen door Jari Demeulemeester, die voor Het Laatste Nieuws werkte. Doordat hij een van hen was, kenden de geïnterviewde jongeren hem dus heel goed, en daardoor zegden ze nogal vrijmoedig hun mening. Dat artikel heeft nogal wat stof doen opwaaien in Ganshoren, toen.

Toch liep niet alles van een leien dakje. Er stonden het jeugdhuis moeilijke dagen te wachten: op 7 november 1970 werd het gebouw nagenoeg volledig verwoest door een brand. Ook heel wat infrastructuur ging in de vlammen op: zo werd De Rivieren door de brand zowat 1.000 fonoplaten armer. Maar de jeugdhuisploeg bleef niet bij de pakken zitten. Met man en macht gingen ze aan het werk: onder meer met de steun van de overheid slaagde men erin de jeugdhuiswerking na amper twee maanden weer op te starten. En dat gebeurde duidelijk niet zonder succes.

Iedereen kent
JARI DEMEULEMEESTER
als directeur van de AB. Ook hij was bij het jeugdhuis betrokken vanaf het eerste uur. Van 1969 tot 1975 was hij een zeer actief bestuurslid. Hij was o.m. de motor achter de zeer succesvolle filmclub van De Rivieren, die bekendheid verwierf tot ver buiten de grenzen van Ganshoren. Daarnaast programmeerde hij heel wat Vlaamse kleinkunst- en Engelse folkoptredens en zorgde hij elke 14 dagen voor de nodige ambiance als DJ.
'Het jeugdhuis bouwde een stevige reputatie op. Het was een soort cultureel centrum avant là lettre voor jongeren. We waren niet zozeer bezig met een klassieke werking, we waren een beetje een vreemde eend in de bijt van de jeugdhuizen. Zo kregen we eens een slechte quotering van een inspecteur van jeugdvorming, onze werking klopte namelijk niet met de traditionele visie die men toen had op wat een jeugdhuis moest zijn…
Een deel van ons succes was ook te danken aan het feit dat in Jette de scouts werden opgeheven. Die ex-scouts gingen op zoek naar een andere vorm van ontspanning en vonden algauw de weg naar De Rivieren. Ons Ganshorens publiek bestond voor een behoorlijk deel uit Ganshorense chiromensen. Die mix van Jetse scouts en Ganshorense chiro zorgde af en toe wel voor vuurwerk. Door onze samenwerking met Tram 81 en De Schakel in Woluwe bereikten we ook heel wat jeugd uit Grimbergen, Jette en Wemmel. Na verloop van tijd bestond ons publiek voor een groot deel uit niet-Ganshorenaars. Onze vaste kern jeugdhuisbezoekers bestond uit zo'n 200 man. Toen we het jeugdhuis heropstartten na de brand, hebben we dat aangekondigd als 'de vuurvogel die uit zijn as verrees'. Dat beeld sloeg wel in.
Toen ik later programmator ben geworden bij de Beursschouwburg, was dat voor mij eigenlijk een uitvergroting van de programmatie bij De Rivieren. Het eerste grote publiek van de Beursschouwburg in de periode 1972-1974 bestond eigenlijk goeddeels uit het publiek van het jeugdhuis.
Ja, het jeugdhuis, dat was veel bier, veel plezier en veel meisjes van 14 die we langs de achterdeur binnensmokkelden. Die mochten er immers langs de voordeur niet in, ze waren nog te jong… Het was alleszins een mooie tijd.

In 1974-1975 werd het vijfjarig bestaan van het jeugdhuis feestelijk gevierd met een extra rijkgevulde programmatie: sportactiviteiten, dansavonden, een maskotte-inhuldiging, film, kleinkunst, een eet- en sfeeravond, een weekend, een pannekoekenavond, een nachttocht, improvisatietheater… Er kwam ook een nieuwe PV: Koen Geers.
Twee VZW's voor één jeugdhuis

In de loop van de jaren '70 groeit de vraag bij de jongeren naar een betere vertegenwoordiging en meer inspraak in de raad van beheer, die al sinds de oprichting in 1969 uitsluitend uit volwassenen bestaat. In de periode 1978-1979 groeien de spanningen tussen de jongeren die het jeugdhuis bevolken en deze raad van beheer. Er komt een compromis uit de bus: in 1979 wordt een nieuwe vzw opgericht, de vzw Nederlandstalig Jeugdhuis Ganshoren, die instaat voor het eigenlijke beheer van het jeughuis. De oorspronkelijke vzw Jeugdclubs De Rivieren blijft eveneens bestaan, en treedt op als beheerder van het gebouw. De infrastructuur wordt voor een symbolische frank verhuurd aan de nieuwe vzw, die moet beantwoorden aan de volgende vereisten: het jeugdhuis moet ter beschikking worden gesteld van de jeugd, en het Nederlandstalige karakter ervan dient te worden gewaarborgd. De nieuwe vzw beschikt over de subsidies van de overheid, de bar- en andere inkomsten. De subsidie van de gemeentelijke overheid wordt voorbehouden aan de oorspronkelijke vzw. Deze dubbele structuur blijft jaren bestaan en zorgt in de loop der jaren voor de nodige verwarring en problemen.


Kraakmijnheren en omeletten

Onder impuls van permanent verantwoordelijke Markito slaat het jeugdhuis in 1978 een nieuwe weg in: men kiest resoluut voor 'vrijblijvendheid en ontmoeting'. Het wordt een ambitieus opzet: om deze doelstelling te realiseren wordt het interieur van het jeugdhuis wat aantrekkelijker gemaakt en wordt de barservice uitgebreid: de drankenlijst wordt uitgebreid en er worden allerlei snacks aangeboden: spaghetti, 'kraakmijnheren', uitsmijters, omeletten, spek met eieren… een hele opgave voor de barploeg. Bovendien wordt beslist tot een dagelijkse instuifwerking vanaf oktober 1978. Na verloop van enkele maanden blijkt het toch niet zo eenvoudig een jeugdhuis dagelijks open te houden van 16 tot 23 uur louter op basis van vrijwilligerswerk. De openingsuren worden dan ook enigszins teruggeschroefd. In 1978 organiseert De Rivieren o.m. een groots opgezette vierdaagse, met een openlucht-dans- en rockfuif, optredens van folkgroepen, een kroegenavond en een rockoptreden.
Achteraan in het jeugdhuis wordt een moto-atelier ingericht, dat meteen een groot succes blijkt. Enkele technisch goed onderlegde jongeren timmeren een werkbank in elkaar en er wordt materiaal aangekocht. Aan de ingangsdeur wordt een oprit gemetseld, zodat de brommers gemakkelijker binnen kunnen worden gereden. Deze hobbyclub krijgt in 1980 het gezelschap van een zeefdrukatelier, dat ook door andere Ganshorense verenigingen mag worden gebruikt.


In de Bres
voor groene speelruimten

In 1980 werkt het jeugdhuis mee aan de de projectgroep 'Ravotdagen'. Aansluitend bij het Project Kritische Wandeling, waarin onder andere geijverd wordt voor het behoud van een aantal groene stroken in Ganshoren en voor een aangepaste inrichting ervan, organiseren de Gans-horense jeugdverenigingen Chiro El-ckerlyc, jeugdatelier De Plekpot, KSA, de leerlingenraad van het St.-Lutgardisinsti-tuut, Chiro Spirit, Scouts St.-Martinus èn jeugdhuis De Rivieren acht ravotdagen in de paasvakantie van 1980. Deze ravotdagen hebben een dubbel doel: enerzijds willen de jeugdverenigingen de Gans-horense kinderen van een avontuurlijke en speelse paasvakantie laten genieten. Anderzijds willen ze de aandacht van de gemeente vestigen op het belang van aangepaste speelruimten voor kinderen in een omgeving die de jongste vijftien jaar steeds verregaander werd verstedelijkt. Daarnaast leggen de ravotdagen de nadruk op de noodzaak van het behoud en de herwaardering van nog bestaande groene ruimten. De ravotdagen worden afgesloten met een receptie waarop ouders en beleidsmakers worden uitgenodigd. Bij die gelegenheid overhandigen de kinderen de gemeentemandatarissen een door henzelf samengesteld dossier. Hiermee wordt een impuls gegeven aan het Ganshorense speelterreinenbeleid.
Een hoogtepunt in de programmatie van 1981 is het weekend met het intussen legendarische Circus Radeis en De Snaar.

PAT VAN HEMELRIJCK is een bekende figuur in de theaterwereld. Hij was ooit lid van de legendarische theatergroep Radeis en richtte in 1991 zijn eigen Alibi Collectief op. De combinatie van zijn voorliefde voor gevonden, gebruikte voorwerpen, kitscherige prullaria en verouderde mechaniekjes, video- en andere beelden en een levendige verbeelding zorgt voor inventief theater waarmee hij al meer dan eens in de prijzen is gevallen. Ook hij was vanaf het begin bij het jeugdhuis betrokken.
'Voor er een jeugdhuis was, kwam de jeugd van Ganshoren samen op 'De Wip', dat was een klein parkje met een basketbalterrein, waar ook een staande wip stond. Nu staat daar het zwembad van Ganshoren. Daaruit groeide het idee om een echt jeugdhuis te bouwen. Ook Rik Demesmaecker, die toen schepen van jeugd en sport was, bleek daarvoor te vinden. Zo is het jeugdhuis eigenlijk gegroeid. Het werd geleverd als een 'reuze-bouwdoos' die we zelf in elkaar zetten. Na de brand heeft diezelfde ploeg dat gewoon nog eens dunnetjes overgedaan .
Eigenlijk is het ontstaan van Radeis nauw verbonden met het jeugdhuis. Jari organiseerde concertjes van allerlei groepen en hij werkte daarvoor soms samen met Lieven Van Den Broeck, die programmator was in het jeugdhuis van Opwijk, de Nijdrop. Zo kwam ik opnieuw in contact met Josse De Pauw. Ik kende hem al langer, maar via het jeugdhuis werd het contact vernieuwd. Hij zat toen op het conservatorium in Brussel en hij zag niet meteen een carrière zitten in de bestaande theatergezelschappen. Ik zat op dat moment nog op Sint-Lucas en voelde er al evenmin veel voor om decors te gaan bouwen voor diezelfde gezelschappen. En zo zijn we met Radeis begonnen, een beetje uit frustratie, eigenlijk. In de beginjaren van Radeis hadden we bovendien grotere plannen dan alleen maar theater maken: we wilden ook kortfilmpjes maken en zo. De mensen van het jeugdhuis werkten daar ook aan mee. We organiseerden dan fuiven in het jeugdhuis om onze projecten te bekostigen. Zo hadden we eens het plan opgevat om een western te draaien in Brussel. Die is er wel nooit gekomen, Jacques Brel is later met ons idee gaan lopen. Of was het omgekeerd? Om die film te financieren hadden we een country- en westernfuif georganiseerd in De Rivieren, samen met Zjef Van Uytsel. Dat was trouwens een graag geziene gast in het jeugdhuis. Hij trad er op, maar hing er ook vaak aan de toog.
We hadden ook een hobbyclub: we probeerden zeilboten te maken in polyester. We gingen daarvoor te rade bij Walter Bracke. Dat was een man die afkomstig was van de kust, maar die in Ganshoren woonde. Zijn kinderen kwamen ook naar het jeugdhuis. Hij leerde ons polyester gieten. We hebben zo'n zeilboot gemaakt waar vier man in kon, maar of hij ook echt zeewaardig was, weet ik niet. Ze hebben hem alleszins niet getest toen ik er nog was.
En dan was er de voetbalploeg van het jeugdhuis. Om daarin mee te spelen, moest je aan één voorwaarde voldoen: je mocht niet in een echte ploeg spelen. Voor het overige was alles toegelaten. Later is daar de voetbalploeg van café Den Hemel uit gegroeid. Ik geloof zelfs dat ook de volleybalploeg, GAVO, uit het jeugdhuis is ontstaan.
Er bestonden toen hevige vriendschappen en vijandschappen met de andere jeugdhuizen in de omgeving: met het jeugdhuis van Berchem hadden we een hele goede relatie, maar met De Finkel hadden we een soort haat-liefdeverhou-ding. We gingen dan naar elkaars fuiven om plezier te maken, of om keet te schoppen.
Later zijn we met Radeis nog teruggekeerd naar het jeugdhuis. In 1981 hebben we er een grote circustent neergezet en dan waren er drie dagen lang optredens van onszelf, van De Snaar en van mensen van het jeugdhuis zelf: het was een heel plezant festival rond theater en muziek, dat nogal wat succes had, toen.
Datzelfde jaar hebben we er nog twee voorstellingen gespeeld met het animatie-weekend 'Carte Blanche'.
Al bij al heb ik heel mooie herinneringen aan het jeugdhuis. Heel wat mensen die er actief waren, zijn achteraf doorgegroeid in de culturele wereld in Brussel. En ook al zijn we nu allemaal verspreid over heel Brussel en de Brusselse rand, toch voel je dat de hele ploeg van toen nog aan elkaar hangt. Er zijn vriendschappen voor het leven uit gegroeid.


Een primeur in Brussel:
de strip-o-theek

1982 wordt een overgangsjaar. Pol Dobbelaere neemt als nieuwe PV de fakkel over van Markito en ook bij de raad van beheer van vzw Nederlandstalig Jeugdhuis Ganshoren is er een aflossing van de wacht: een jonge raad van beheer neemt het roer over. Dat gebeurt niet zon-der moeilijkheden omdat de bestuursleden er nog wat groentjes bij lopen en wat ervaring ontberen. In het Samen te Ganshoren-nummer van november wordt dan ook een oproep gedaan naar nieuwe vrijwilligers. Maar dat wil niet zeggen dat men intussen stilzit. In 1982-1983 worden naast de gebruikelijke fuiven, filmvoorstellingen en sportactiviteiten ook op-tredens georganiseerd, gaat men bij de BRT een kijkje achter de schermen nemen, brengt men een bezoek aan brouwerij Artois, wordt er een oud-ledendag georganiseerd in de AB te Brussel, komt er een fietsrally, een info-avond voor schoolverlaters, een stripbeurs… Nog in 1983 lanceert De Rivieren twee nieuwe hobbyclubs, die zich respectievelijk gaan bezighouden met zelfverdedigingssport en modelbouw. Het interieur wordt nogmaals in een nieuw kleedje gestoken. Daarenboven zorgt De Rivieren voor een regelrechte primeur door een heuse strip-o-theek te openen, die al meteen een ruim publiek aanspreekt en die tot een stuk in de jaren '80 een ruime uitstraling geniet. In 1985 is de collectie meer dan duizend stuks rijk: van Suske en Wiske tot Asterix, Guust Flater, Comanche, Bilal, Gotlieb en Tardi. 'Voor de Brusselse agglomeratie was dit initiatief een stuurproject dat vandaag zelfs in enkele openbare bibliotheken is opgevolgd,' schrijft Het Nieuwsblad op 2 maart 1985.
GEERT VERBURGT is de huidige cafébaas van het legendarische café 'In den Hemel' in Ganshoren, een plek die nauw verbonden is met de geschiedenis van het jeugdhuis. Er was immers een traditie gegroeid: jeugdhuismedewerkers die een 'dagje ouder' werden, dat wil zeggen: als ze 23-24 werden, en ze zich stilaan te oud voelden om in het jeugdhuis rond te hangen, dan verschoven ze hun activiteiten naar 'Den Hemel'. De clandizie van het café bestond dus voor een groot deel uit jeugdhuismedewerkers en ex-jeugdhuismedewerkers. Ambiance verzekerd, dus.
De baas van 'Den Hemel' zag zijn naam liever niet vetjes en in kapitalen in dit boekje staan, maar daar heeft de redactie niet naar geluisterd, want ook hij heeft heel wat met het jeugdhuis te maken gehad. Hij kwam in de raad van beheer van het jeugdhuis terecht in 1979-1980. Hij maakte de PV-wissel mee van Markito naar Pol Dobbelaere, met wie hij een jaar of vijf in het jeugdhuis heeft samengewerkt. Samen met met Johan De Witte richtte hij de fameuze strip-o-theek op.
'We hadden twee videospelletjes in het jeugdhuis, en we hadden ook eens rondgevraagd of er mensen waren die oude strips konden missen. Zo kwamen we op het idee om met de opbrengst van de videospelletjes strips aan te kopen. En aangezien die spelletjes veel opbrachten - zowat 6.000 à 7.000 frank per maand - ging dat snel vooruit. Na een tijdje hadden we ongeveer 1.300 strips in huis, waarvan we er zeker 800 zelf hadden aangekocht. We hadden ook veel strips die mooi gekartoneerd waren uitgegeven, en die kostten algauw 300 fr. per stuk. We hadden ons vast aankoopadres: Gobelijn in Leuven. Dat was een heel goede stripwinkel, en we kregen daar ook een percentje op onze aankopen.
Er kroop veel werk in, hoor, in de stripotheek. Elk nieuw album werd door ons zorgvuldig geplastifieerd en van een ruglabel voorzien met nummer en zo. Het bracht ook een hele administratie met zich mee.
De hele winkel was zowat 150.000 fr. waard. Ik zou wel eens willen weten waar al die strips naartoe zijn gegaan. Waarschijnlijk zijn ze via het ministerie in de een of andere openbare bibliotheek terechtgekomen.
Ook de voetbalploeg van 'Den Hemel' is uit het jeugdhuis gegroeid. Mich Verbelen speelde daarbij, en Raymond, en Jari… Maar toen werd het café overgenomen, zowat vijftien-twintig jaar geleden, en het werd verfranst. Daarom besloot de voetbalploeg uit te wijken naar een café wat verder naar beneden in de straat, 'Saint-Martain'. Toen ik 'Den Hemel' overnam, zijn ze teruggekomen. Maar intussen brachten ze ook hun vrouwen en kinderen mee, het café zat altijd stampvol, en die vrouwen zaten liever in malse fauteuils dan op een harde stoel, dus zijn ze nu weer van café verhuisd.


Vallen en opstaan

Vanaf 1984 breken er harde tijden aan. In de tweede helft van de jaren '80 ondervinden de jeugdhuizen steeds meer concurrentie van de discotheken. Daarenboven krijgt De Rivieren in toenemende mate te kampen met vandalisme, inbraak, diefstal en drugsproblemen. en haalt het jeugdhuis zich een kwalijke reputatie op de hals. Toch zijn er nog enthousiaste jongeren te vinden die het jeugdhuis een nieuwe impuls willen geven. De werking kent in die tweede helft van de jaren '80 dan ook een aantal steile ups en downs.
In juni 1987 treden twee nieuwe halftime permanent verantwoordelijken in dienst: Dominique De Taeye en Karine Olislaeghers. 'Zij erfden een vuil, slecht functionerend pand dat nog maar een klein publiek trok. De strip-o-theek, het project dat enkele jaren geleden nog succesvol was, bleek uitgeblust en nieuwe initiatieven bleken er niet meteen op til te zijn,' schrijft de Gazet van Antwerpen. De raad van beheer van het jeugdhuis beslist dan ook om de collectie van de strip-o-theek te verkopen. Er wordt geprobeerd nieuwe bezoekers aan te trekken door grote activiteiten te organiseren die sterk worden gepromoot, zoals bijvoorbeeld het Flokke-Pei Festival. Maar ook dat werpt weinig vruchten af. In een poging iets te veranderen aan het slechte imago van het jeugdhuis gaat het pand eind 1987 twee maanden dicht om renovatiewerken uit te voeren. De nieuwe permanent verant-woordelijken willen het jeugdhuis een nieuw en duidelijk profiel geven. Muziek wordt het belangrijkste aanknopingspunt als middel tot ontspanning en vorming. Zo wordt er een cursus georganiseerd rond computers en synthesizers, computers en grafiek, computer-animatiefilm enz. Toch is ook deze reanimatiepoging tot mislukken gedoemd. Ook na de renovatie heeft het jeugdhuis te kampen met diefstal en vandalisme. 'We kunnen niets kostbaars achterlaten in het jeugdhuis, zolang het niet vastgemetseld zit,' meldt een wat ontmoedigde Karine Olislaeghers in het jaarverslag van 1988. De financiële situatie ziet er evenmin rooskleurig uit. Daarnaast drukken de infrastructuurproblemen op de werking: de verwarming is stuk, op sommige plaatsen is het dak gewoon verdwenen, er is onvoldoende inbraakbeveiliging…
Een en ander brengt met zich mee dat het werkjaar 1988-1989 zonder beroepskrachten wordt ingezet. Daardoor valt de werking zo goed als stil. Eind 1988 probeert Jeugd en Stad het jeugdhuis nog maar eens nieuw leven in te blazen. In het voorjaar van 1989 wordt er een stuurgroep opgericht, die bestaat uit Jeugd en Stad, jeugdhuis De Rivieren en trefcentrum De Zeyp. Deze stuurgroep beslist in september 1989 het jeugdhuis voorlopig te sluiten. Die beslissing wordt ingegeven door het feit dat er bitter weinig respons is op de activiteiten die door het jeugdhuis worden georganiseerd. De weinig jongeren die het jeugdhuis frequenteren zijn meestal niet uit Ganshoren afkomstig. Het gaat bovendien meestal om kansarme jongeren, die met een boel problemen kampen die een klassiek jeugdhuis niet kan opvangen, laat staan een jeugdhuis zonder beroepskrachten. Bovendien vindt men ook steeds meer sporen terug van vandalisme, diefstal en drugsgebruik.
De werking wordt intussen op een andere manier voortgezet in De Zeyp. Het gemeenschapscentrum organiseert ook een aantal op jongeren gerichte activiteiten die door de overheid worden aanvaard als deel uitmakend van de jeugdhuiswerking. Onder de vleugels van De Zeyp en Jeugd en Stad groeit een nieuwe groep actievelingen die de voorbereiding van een heropening van het jeugdhuis enthousiast ter harte nemen. Op het programma staan onder meer enkele fuiven, film, allerlei sportactiviteiten, video-animatie etc. Intussen wordt het jeugdhuis heringericht en hersteld met de hulp van de De Zeyp, Jeugd en Stad, de Vlaamse Gemeenschap, de VGC en het gemeentebestuur. Er wordt ook onderhandeld om een oplossing te vinden voor het probleem van de twee vzw's.
In januari 1990 verschijnt in Samen te Ganshoren een 'uitnodiging aan alle jongeren boven de 16 jaar om deel te nemen aan de nieuwe jeugdhuiswerking van Ganshoren… Wat gebeurd is, is verleden, wat verleden is, is vergeten': om van zijn slechte naam af te raken, kiest het jeugdhuis een nieuwe naam. Voortaan gaat de voormalige De Rivieren door het leven als: jeugdhuis Neutraal. Na zes maanden sluiting wordt het nieuwe jeugdhuis op 12 mei 1990 feestelijk boven de doopvont gehouden en verhuist de werking opnieuw naar het pand in de Mathieu De Jonghelaan. Aan het roer staan een twintigtal jongeren uit Ganshoren en Jette, wiens leeftijd schommelt tussen de 16 en de 18 jaar. Ze worden begeleid door een gewetensbezwaarde van Jeugd en Stad, die optreedt als 'permanent verantwoordelijke' en die op zijn beurt wordt ondersteund door de sociaal cultureel werkster en door de staffunctionaris van De Zeyp. Die begeleiding door een ouder iemand is noodzakelijk, omdat de nog heel jonge jeugdhuismedewerkers wat moeilijkheden ondervinden bij de opvang van jongeren die zich wat 'ordeverstorend' gedragen. Ze voelen zich soms bedreigd.

Jongeren maken kunst
Op 1 april 1991 krijgt het jeugdhuis eindelijk opnieuw een halftijds permanent verantwoordelijke, Pascale Van Lierde. Onder haar impuls komt het succesvol, groots aangepakt project 'Art-tooien' tot stand: onder leiding van kunstenaar Wilfried Van Den Broeck, cultuurconsulent bij de Vlaamse Gemeenschapscommissie, knutselen de jongeren een tentoonstelling bij elkaar die van 29 februari tot 15 maart 1992 te bekijken is in De Zeyp. In mei neemt Serge Labeeuw de fakkel van haar over als nieuwe PV. Maar er staan het jeugdhuis opnieuw zware tijden te wachten: de relatie met de buurtbewoners van de Albertwijk verloopt immers niet al te best. Er wordt geklaagd over lawaaioverlast en vandalisme. Dat is weliswaar enigszins een oud zeer, maar dit keer lijkt het uit de hand te lopen. Er wordt een wijkcomité opgericht dat ijvert voor de sluiting van het jeugdhuis. Zo ver komt het gelukkig niet. Wel komt er na overleg met het gemeentebestuur een verbod om fuiven en concerten te organiseren. Voor dergelijke activiteiten is het jeugdhuis aangewezen op De Zeyp. Maar die oplossing is van korte duur, want ook daar reageren de buurtbewoners tegen de lawaaioverlast. Door de beperkingen die hen door de maatregelen van het gemeentebestuur werden opgelegd, loopt het aantal activiteiten van het jeugdhuis sterk terug, zodat de Vlaamse Gemeenschap in mei 1993 beslist de erkenning van Neutraal te weige-ren wegens onvoldoende activiteiten. Dat wil zeggen dat men het opnieuw zonder permanent verantwoordelijke moet stellen, wat de werking nog moeilijker maakt. Het wordt de doodsteek voor het eens zo goed draaiende jeugdhuis. In september 1993 wordt het pand in de Mathieu de Jonghelaan gesloten wegens bouw-valligheid. Dat gebeurt op last van Vlaams Minister van Cultuur Hugo Weckx.


Een nieuwe clan

Maar het lijkt erop dat de vuurvogel nog maar eens uit zijn as zal herrijzen: in oktober 1996 start een groep jongeren met nieuwe moed en enthousiasme met jeugdhuis Tongeluk, de opvolger van De Rivieren en Neutraal. In zijn nog jonge bestaan heeft het nieuwe jeugdhuis al enkele mooie realizaties op zijn palmares staan, zoals bijvoorbeeld een kwart-triatlon en een project met andere Brusselse jeugdhuizen en theatergezelschap DitoDito. Het pand aan de Mathieu De Jonghelaan wordt definitief verlaten. Momenteel is men volop aan het werk aan het pand waar jeugdhuis Tongeluk zijn intrek zal nemen. Als alles goed gaat, wordt het binnen enkele maanden plechtig geopend. Hopelijk kan de dertigste verjaardag van het jeugdhuis in september 1999 in alle luister en in optimale omstandigheden worden gevierd.

FRIED ROGGEN, permanent verantwoordelijke van Tongeluk over 'zijn' jeugdhuis:
Jeugdhuis Tongeluk is de erfgenaam van jeugdhuis De Rivieren en jeugdhuis Neutraal. Sinds het verdwijnen van jeugdhuis Neutraal in 1993 was Ganshoren een dode plek op het vlak van jeugdhuiswerking, hoewel de infrastructuur nog bestond en zelfs werd 'onderhouden'.
Tijdens de zomer van 1996 namen enkele jongeren het initiatief om terug aan te knopen bij de lange Ganshorense jeugdhuistraditie. Op 12 oktober 1996 was het zover: jeugdhuis Tongeluk opende zijn deuren in het recreatiecentrum De Rivieren. Iedere woensdag en zaterdag van 17 tot 22 uur waren er activiteiten of werd er café gehouden. Al snel kwam de vrijdagavond erbij.
Omdat het vrijwel onmogelijk was echte jeugdhuisactiviteiten te organiseren tijdens de bestaande openingsuren, werd in de lente van 1997 aan de gemeente Ganshoren de toestemming gevraagd om later te mogen openblijven. Ondanks het protest in de buurt (een oud zeer blijkbaar) werd hier positief op gereageerd. Het jeugdhuis bleef sindsdien op vrijdag- en zaterdagavond open tot 24 u.
In juli 1998 kwam dan de vierde openingsavond erbij. Op zondagavond werd een 'dagschotel' klaargemaakt en het jeugdhuis werd voor vele 'oudere' jongeren de laatste halte van het weekend.
Op het vlak van activiteiten was jeugdhuis Tongeluk een jeugdhuis als alle andere, zij het dat het door het leven moest met een paar geamputeerde ledematen. Speciale evenementen zoals de kwarttriatlon van Ganshoren, de Safe-sex-party, The Simpsons and Friends-dagen, het fantastische selfmade zwembad en gewone activiteiten zoals film op vrijdag, maandelijks een (stil) concertje, Mexi-caanse, Franse en bluesavonden, Beach-parties, ('s namiddags wel te verstaan), maar geen fuiven, toch wel onontbeerlijk voor een jeugdhuiswerking, geen 'norma-le' concerten, geen avonden om aan de toog door te zakken met tien man (of vrouw).
Het was dan ook evident dat jeugdhuis Tongeluk op zoek ging naar een nieuwe locatie. Na een paar tussenstops viel midden 1997 de oplossing uit de lucht. De gemeente was bereid om de oude hoeve aan het nieuwe kerkhof te renoveren. Beloftes werden gemaakt om tegen 30 juni 1998 het gebouw klaar te hebben. Uiteindelijk zouden de werken pas starten op 15 augustus en is het nieuwe jeugdhuis tot op de dag van vandaag een werf waar geen einde lijkt aan te komen.
En toch klagen we niet. We hebben immers al een 'nieuw' jeugdhuis. De twee lokaaltjes die later dienst zullen doen als bureau en stock werden in oktober door de leden van het jeugdhuis ingericht als voorlopig jeugdhuis. Op twee weken tijd werden de muren blootgelegd, een toog gemetst, elektriciteit gelegd, verlichting en water geïnstalleerd en op 23 oktober ging het jeugdhuis open met de eerste fuif sinds 25 juni 1997. Sindsdien draait het jeugdhuis weer op volle toeren en heeft Ganshoren na bijna zes jaar weer een 'echt' jeugdhuis.
Plannen voor de toekomst? We hopen ergens in 1999 de opening van het echte nieuwe jeugdhuis te kunnen vieren, begin 1999 opnieuw een beroepskracht te hebben, de enige echte Ganshorense kwarttriatlon opnieuw te kunnen organiseren, het eerste JongerenInformatie-Punt van Ganshoren te kunnen opstarten, een fuif- en concertreeks te beginnen…
Fried Roggen